Je eigen groenten kweken: wie droomt er niet van? In de zomer bind je je rood-witte schort voor en maak je noodvoorraad tomatensaus voor die plotse zin in pizza of spaghetti. Sleep de kook- en weckpotten al maar aan! De wintermaanden breng je dan weer door in het gezelschap van plezante pastinaak, vrolijke veldsla of sympathieke selderij. Herontdek het ritme van de seizoenen en weet wat je eet dankzij je eigen moestuin.
De ideale plek voor je eigen moestuin
Groenten zijn echte diva’s: de omstandigheden moet precies goed zijn, of ze weigeren botweg zich te laten zien. Een ideale moestuin moet bijvoorbeeld veel zon krijgen (minstens zes uur per dag), maar ook schaduw. Dat laatste is makkelijk geregeld met een strategisch geplaatst tuinscherm of een haag. Zo zijn de sterren van je tuin meteen beschermd tegen kille wind.
Welke planten zaaien, en wanneer?
Een eigen moestuin beginnen is een kwestie van trial-and-error. Erwten, boontjes en sla zijn gelukkig vrij makkelijk te telen. Erwten zaai je vanaf februari. Je hebt snel waar voor je geld en je gezwoeg, want rond begin april diep je het resultaat al op uit de aarde. Boontjes zijn ook dankbare moestuinbewoners: ze geven wel twee tot drie opbrengsten per plantbeurt! Zaaien vanaf mei (nachtvorst is een afknapper voor deze groene vrienden) en oogsten vanaf juli.
Een echte moestuin is bevolkt door allerhande groentefamilies. Dit krijg je niet klaar zonder een wisselplan, een soort stoelendans (of zaaibedjesdans) waarbij elke familie elk jaar een plekje opschuift. Door ze maar om de zoveel jaar met hun voeten in dezelfde grond te stoppen, hou je de bodem gezond. Het lijkt misschien veel werk, maar zo’n plan hoef je maar een keer op te stellen. Daarna heb je voor elke lente je startschot al klaarliggen.
Leuk voor de kinderen
Een eigen moestuin beginnen, is des te leuker wanneer je je kinderen erbij betrekt. Vertrouw hen eenvoudige taakjes toe, zoals zaadjes planten. Wedden dat ze hun ‘eigen’ groenten plots veel liever eten? Succes, en smakelijk!